14 FEBRUARI 1980 491
(Avond)
gegeven kan ons helpen bij het oplossen van een
stukje woningnood in Breda, als wij het zoals
één van de leden van de P.v.d.A. enige tijd gele
den heeft gezegd -- willen vertalen in politieke
beslissingen die dan ook middels deze nota finan
cieel onderbouwd aan de raad moeten worden voorge
legd. Het is een hulpmiddel, maar géén oplossing
op zich.
Over de inspraak rond de nota volkshuisves
ting heb ik vanmiddag duidelijkheid gegeven.
Mevrouw Van Rooij vraagt of de onderhoudsnota
niet eens moet worden bijgesteld. Ik denk dat zij
daar gelijk in heeft; wij zitten met een plan op
lange termijn met betrekking tot servicebeurten,
groot onderhoud, renovaties en al hetgeen wij ons
hebben voorgenomen. Wij lopen tegen dingen aan die
we niet hebben voorzien, er ontstaan vertragings
processen; kijkt u maar naar allerlei dingen om u
heen. Mijns inziens moeten wij niet telkens een
grote nota uitbrengen, maar moeten wij de commis
sie openbare werken jaarlijks op de hoogte stellen
van de voortgang van projecten en zullen wij waar
schijnlijk ook in de tijd gezien op bepaalde momen
ten een andere fasering moeten kunnen aanbrengen.
Wat mevrouw Van Rooij bedoelt met haar vraag
over de 2h is mij niet helemaal duidelijk. Ik
meen dat het gewoon een heel goede zaak is dat wij
op basis van de rijksfinanciering in het kader van
verbetering en onderhoud de 2h. %-regeling kunnen
toepassen en ik denk dat mevrouw Van Rooij en haar
collega's uit de commissie op de hoogte zijn van
het feit dat de situatie in vele gevallen, waarin
we de 2h loslaten, bepaalde onderhoudssituaties
voor rekening van de gemeente nemen en verbete
ringssituaties op basis van kapitaallasten in reke
ning brengen, niet voordeliger voor de bewoners
is. Enkelen van ons hebben in dit verband een bij
zonder interessante discussie over de problematiek
van de Gielis Beijsstraat meegemaakt.
Ik heb met de directeur van openbare werken
afgesproken dat het contact met de eerste