14 FEBRUARI 1980 493
(Avond)
dan het programma van het C.D.A., mijnheer Garrit-
sen! Deze getallen geven aan dat er sprake is van
een nawerking van beleidsbeslissingen die wij in
het verleden te laat hebben genomen vanwege het ge
brek aan bouwgrond in Breda.
Over stadsvernieuwing mag ik niets zeggen,
want daar is een motie over ingediend. Ik wil één
waarschuwing laten horen die een beetje de kant
van mevrouw Muntjewerff uit gaat. Ik meen dat mijn
opmerkingen in de commissie openbare werken, toen
een confrontatie plaatsvond met een aantal mensen
uit de Spoorbuurt, zonder er de pretentie van vol
ledigheid aan te geven toch een aantal knelpunten,
een aantal aandachtsvelden weergeven die bij ons
in de stadsvernieuwing nog niet duidelijk op tafel
liggen. Dat zijn niet alleen tekortkomingen of
"nog niet ingeschoten situaties" binnen het ambte
lijk apparaat; dat is slechts één van de facetten
die ik naar voren heb gebracht en ik geloof dat
wij onszelf de tijd moeten gunnen die tijd heb
ik ook in data gestekkerd -- om een en ander op
een rij te zetten en met elkaar te bespreken.
Laat het ook niet zo zijn dat het een poli
tieke manoeuvre betekent om het sociaal plan op de
tocht te zetten I Daar zitten ten aanzien van de
stadsvernieuwing voor ons gemeentebestuur heel be
langrijke gegevens en beleidsuitgangspunten in. Ik
heb in de commissie gesproken over mogelijke nuan
ceringen in tijd of in kwaliteit van het sociaal
plan en ik heb dus zeker nfet de indruk willen wek
ken dat we eens "een rondje sociaal plan gaan
doen" vanuit een blanco situatie. Ik wil hier ter
voorkoming van misverstanden nog eens de nadruk op
leggen
Wat gebeurt er precies met de 500.000,
Er wordt met betrekking tot stelposten om nauw
overleg met de commissie gevraagd. Welnu, dat ge
beurt zeker, want er is een raadsbeslissing nodig
voor de invulling van alle stelposten en zeker die
welke op mijn terrein liggen. Het is duidelijk dat
zij in overleg met de commissie worden ingevuld.