494 14 FEBRUARI 1980
(Avond)
Ik mag in dit verband wel een persoonlijk voor
schotje geven omdat er op dit punt geen motie is
ingediend. Ik heb vandaag gezegd dat ik bij de
500.000,in overleg met de dienst openbare
werken denk aan het aankopen van geschikte panden
of een pand, waar wij via het genoemde bedrag of
delen daarvan de "onrendabele top" af kunnen halen
om zo te komen tot een verwervingsprijs die straks
zodanig doorwerkt in een huurprijs per eenheid,
dat de betrokkene die ook werkelijk kan betalen.
Het gaat dus om het verminderen van de stichtings-
c.q. verwervingskosten. De directeur van openbare
werken is al verzocht om spiedend door Breda te
gaan teneinde te bezien welke panden mogelijker
wijs voor dit idee in aanmerking zouden kunnen ko
men. Het is duidelijk dat we op die manier in con
currerende prijzen terecht moeten komen, vandaar
ook deze operatie; ware dit niet het geval, dan
zouden wij er niet aan behoeven te beginnen.
Wat mogelijke noodoplossingen betreft houd ik
de vraagstelling van mevrouw Van Rooij en de heer
Schuring in gedachten. Ik weet dat er een voorstel
van de directeur van openbare werken aan het col
lege onderweg is om een gedeelte van een andere
pot, de stelpost volkshuisvesting, in de richting
van tijdelijke oplossingen voor kamerbewoners
met name in bepaalde periodes van het jaar te
gebruiken. Ik mag daar echter niet al teveel over
zeggen, want het lijkt mij correct dat wij er eerst
in het college over praten.
Het kraakregime is duidelijk en de desbetref
fende stukken zijn bij het gemeentelijk apparaat
te verkrijgen. Wij hebben in het verleden in de
raad afgesproken dat kraken van gemeentepanden
wordt gedoogd tot het moment waarop het pand in
kwestie nodig is voor gemeentelijke activiteiten
ofwel bouwgevaarlijk of anderszins gevaarlijk is;
dan zullen wij tot ontruiming overgaan. Dat is in
grote lijnen het kraakregime zoals dat door uw
raad is geformuleerd.
Een meldingsplicht voor leegstaande woningen