496 14 FEBRUARI 1980 (Avond) alles aan elkaar willen koppelen, kunnen wij soms voor onverantwoorde situaties komen te staan. Een dergelijke toezegging zou de voortgang van de ac tiviteiten, die ik nu niet kan overzien, kunnen belemmeren. Ik zeg alleen dat ik in het gesprek met de commissie over de besteding van de stelpost volkshuisvesting voor het lopende begrotingsjaar nadrukkelijk met u wil praten over de relatie met het woningbedrijf B. De heer Van Duijl heeft gevraagd of er een onderzoek wordt ingesteld. Er is geen integraal onderzoek verricht. De commissie openbare werken heeft een "Zandbergweg-voorstel" besproken dat wel licht al door de raadsleden is ontvangen. U hebt gezien dat dit voorstel is gewijzigd op de door de commissie bedoelde wijze. Met betrekking tot de Zandbergweg stellen wij u voor straks 15.000, te besteden om de bouwkundige situatie van de pan den te bekijken, waarbij wij tegelijkertijd een mogelijke exploitatie tegen de achtergrond van in vesteringen aan u zullen voorleggen. Ik denk dat zo'n partieel onderzoek ten aanzien van de panden aan de Zandbergweg duidelijkheid kan verschaffen over een stuk van de problematiek en dat het on derzoek straks integraler zal moeten worden opge zet. Mevrouw Van Rooij stelt een subtiel, moeilijk te beantwoorden vraagje, namelijk of er verschil van mening binnen de gemeente bestaat. Ik ken de achtergrond van die vraag omdat wij gevoeglijk ambtelijke eindadviezen ter visie leggen en ik moet toegeven dat openbare werken, stadsontwikke ling en financiën niet altijd dezelfde mening over deze problematiek zijn toegedaan. Ik vind dat een ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid best eigen meningen naar voren mag brengen, maar ik prijs dit college nog altijd gelukkig dat het vaak "uni sono" uit de problemen kan komen. Momenteel zit men echter nog niet allemaal op dezelfde golf lengte en er zal nog wel het nodige moeten gebeu ren voordat het zo ver is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 496