49
24 JANUARI 1980
van advies en bijstand worden behandeld. Sinds de
begroting 1978 en de daarbij behorende meerjaren
begroting 1978-1981 zou de jaarbegroting voortaan
vergezeld gaan van een meerjarenbegroting, die een
programma geeft van de budgettaire mogelijkheden
voor de eerstvolgende jaren. Naar onze mening
vormt de meerjarenbegroting een onmisbaar instru
ment om de consequenties van de jaarbegroting te
beoordelen. Gezien de huidige samenstelling van
het college hebben wij er begrip voor dat de be
grotingsvoorbereiding veel tijd vraagt. Wij hebben
ons er dan ook zonder commentaar bij neergelegd,
dat vorig jaar de meerjarenbegroting 1979-1982
slechts ter informatie kon worden aangeboden en de
voor een later tijdstip in 1979 in het vooruit
zicht gestelde behandeling is uitgebleven. Om deze
reden hebben wij het ook als vanzelfsprekend erva
ren dat het tijdschema voor de begroting 1980 en
de meerjarenbegroting 1980-1983 moest worden aan
gepast. Wij zijn daarbij uitgegaan van de verwach
ting dat in december 1979 in de commissies van ad
vies en bijstand en in februari 1980 in de raad
de begroting 1980 zou kunnen worden behandeld in
samenhang met de meerjarenbegroting 1980-1983.
Volgens onze informatie is de concept-begroting
uiterst moeizaam tot stand gekomen en vergadert
het college reeds enige maanden over de concept
meerjarenbegroting 1980-1983, tot dusverre zonder
resultaat.
Inmiddels is door het college medegedeeld dat een
afgeronde meerjarenbegroting niet meer zo tijdig
kan worden samengesteld dat een gecombineerde be
handeling met de jaarbegroting 1980 op de voorge^
nomen data mogelijk is.
Bijgevolg heeft het college besloten de begrotings
behandeling op deze data te beperken tot de begro
ting 1980.
Naar aanleiding van het voorgaande de volgende
vragen:
1. Deelt het college onze opvatting dat een