14 FEBRUARI 1980 501
(Avond)
voldoende mate financieel wordt bijgedragen in de
totstandkoming en stichting van goedkope huurwonin
gen in de woningwetsector. Het blijft een buiten
gewoon groot probleem. Wij blijven aandringen bij
de regering en de prijssetting van het geheel is
in overleg tussen de G.O.G.-gemeentebesturen, de
minister en de staatssecretaris van Ruimtelijke
Ordening nadrukkelijk aan de orde geweest. Dit zal
het probleem niet oplossen, maar wij zullen druk
moeten blijven uitoefenen en tegelijkertijd datge
ne moeten doen dat de heer Ten Wolde zo duidelijk
suggereert; het is een "en-en-situatie". Wanneer
wij in Breda een beleid proberen te voeren waarbij
we zó afhankelijk zijn van "Den Haag", kan de heer
Broeders wel zeggen "als het in Den Haag regent,
druppelt het in Breda"maar ik vraag me vaker af
wat voor weer het in Den Haag zou zijn. Tot zover
de kwestie van de nieuwbouw.
Met betrekking tot het instandhouden van de
woningvoorraad heeft mevrouw Muntjewerff twee mo
ties ingediend waar wij in maart a.s. op terugko
men.
Ik vind het een beetje flauw dat zij vraagt
of wij bereid zijn wat voorwerk voor de dekking te
doen. Ik ben bereid dat te doen, maar het zou de
fractie ook niet misstaan om wat voorwerk te ver
richten. Misschien komt dat via andere kanalen
toch nog binnen als wij in het college over dek
king praten.
Wat betreft de brief van de Driesprong zal
het mevrouw Muntjewerff bekend zijn dat ik op
4 maart a.s. een afspraak met de Driesprong heb om
het probleem fundamenteel te gaan bezien. Mevrouw
Muntjewerff wist dat zij dit kon verwachten. Ik
heb het altijd wat moeilijk als we te gauw praten
over de aanwending van de bedrijfsreserve bij het
woningbedrijf. Dan denk ik aan het heuglijke mo
ment waarop ik mevrouw Muntjewerff wat informeler
mocht spreken over de Gielis Beijsstraat, toen wij
zeiden "laat het geen precedent scheppen." Wij ke
ken elkaar toen recht in de ogen en zeiden "neen,