502 14 FEBRUARI 1980
(Avond)
dat mag niet", maar zo langzamerhand zitten we bij
de Driesprong, bij het Westeinde en bij elk vol
gend project te lonken naar de aanwending van de
bedrijfsreservehetgeen ik een levensgevaarlijke
gang van zaken vind. Ik zal op 4 maart a.s. eerst
een gesprek met vertegenwoordigers van de Drie
sprong voeren.
Wat de stadsvernieuwing betreft bevestigt de
voorzitter van de P.v.d.A.-fractie schriftelijk
mijn mondelinge opmerkingen. Dit zal wel één van
de weinige keren zijn dat wij het met elkaar eens
zi jn
Mevrouw Muntjewerff heeft nog gesproken over
het probleem van de binnenstadsfunctie in die zin,
dat winkels veranderen in horecabedrijven. Zij
heeft in de commissievergadering een voorlopig
antwoord gehad. Ik heb eergisteren een uitgebreide
brief aan de fractie ondertekend, waarin de pro
blemen wat indringender en met wat meer informatie
worden behandeld. Misschien mag ik eerst naar die
brief verwijzen.
Over het structuurplan Haagse Beemden hebben
de heer Van de Steenoven en ik bij interruptie al
het een en ander tegen elkaar gezegd. Hij is erg
onder de indruk van de gesprekken over de Haagse
Beemden met de Werkgroep 2000. Ik moet zeggen dat
ik daar persoonlijk nog niet zo van onder de in
druk ben; ik vind het alleen plezierig dat de ge
sprekken worden gevoerd. Wij zullen met elkaar
moeten afwachten wat het resultaat van deze ge
sprekken zal zijn.
De heer VAN DE STEENOVEN: Bij interruptie wil
ik meteen nog even reageren op een opmerking van
de heer Garritsen. Ik heb gemeend te mogen-consta
teren dat zich bij het college en het gemeentelijk
apparaat een stukje mentaliteitsverandering bezig
is te voltrekken in de houding ten opzichte van
het nut van inspraak. Ik heb dit opgemaakt uit het
feit dat de gesprekken zijn begonnen, maar ik hoop
wel dat de heer Garritsen uiteindelijk niet toch