14 FEBRUARI 1980 503
(Avond)
gelijk krijgt in zijn erg pessimistische uitlatin
gen aangaande hetgeen nu is gebeurd.
Wethouder VAN DUN: Natuurlijk niet, maar het
resultaat hangt af van de partijen die een gesprek
voeren en dat vind ik nog altijd een gelukkige om
standigheid
Dan de kwestie van de inspraakverordening. Ik
heb mij door collega Welschen laten influisteren
dat er op korte termijn in het college zal worden
gesproken over het al dan niet zinvol zijn van een
inspraakverordening. Ik mag dit namens hem zeggen,
want ik was er niet van op de hoogte
Wat de rondwegenproblematiek betreft vind ik
het jammer dat de heer Van de Steenoven vanmiddag
niet aanwezig is geweest en dat hij nu de indruk
heeft dat ik de zaken plat praat en dat ik alter
natieven meteen op dood spoor zet. Voor alle dui
delijkheid en hij heeft daar recht op, omdat
hij zich met deze problematiek bezighoudt nog
even het volgende. Ik heb desgevraagd alleen ge
zegd dat er aan het scala van alternatieven een
tweetal nieuwe alternatieven is toegevoegd waar
over ik een ambtelijke rapportage heb gekregen.
Die rapportage kan ik vanwege de tijd op dit mo
ment niet produceren; ik zou alleen wat onzorgvul
dige kreten in uw richting kunnen slaken. Ik heb
echter wel gezegd dat de uitkomst van die rappor
tage varieert tussen "onmogelijk" en "redelijk on
zinnig". De studie daaromtrent hebben wij, met na
me op verzoek van een aantal leden van de vaste
Kamercommissie, neergelegd in een bijgestelde no
titie die de leden van de commissie ruimtelijke
ordening hebben ontvangen. De raadsleden krijgen
die bijgestelde notitie inclusief de inhoudelijke
beoordeling van de beide alternatieven thuisge
stuurd.
De heer Ten Wolde noemt de discrepantie tus
sen de ambities van openbare werken, de verhoging
van het investeringsniveau enerzijds en het slech
ter wordend klimaat anderzijds. Het zou mijns