539 25 FEBRUARI 1980 voorkomen en zo nodig te beëindigen. Ad. 2. Gezien het bovenstaande behoeft deze vraag geen beantwoording Ad. 3 Op grond van de algemenepolitieverordening Breda heeft de burgemeester de bevoegdheid in het belang van de openbare orde een evenement te verbieden, er voorschriften aan te verbinden of te beëindi gen (artikelen 31, lid 6 en 33, lid 1 sub b.) Het is overigens een bevoegdheid, die naar mijn oordeel pas in uiterste gevallen moet worden ge hanteerd. De omstandigheden zullen zodanig moeten zijn, dat het hanteren van deze bevoegdheid wordt ervaren als een redelijk middel om de openbare or de te garanderen. Ad. 4. De problematiek van de wanordelijkheden bij wed strijden in het betaald voetbal is complex en moei lijk op te lossen. Openbaar bestuur, justitie, de K.N.V.B. en de betreffende verenigingen zijn daar bij betrokken. Voor de gebeurtenissen op 6 oktober heb ik bij de V.N.G. nadrukkelijk de aandacht gevraagd en het initiatief genomen op landelijk niveau het overleg in deze te doen voortzetten en te intensiveren. Dit heeft in eerste aanleg geleid tot een gesprek met de voorzitters van de politiecommissie en de commissie voor sport en recreatie van de V.N.G. Door de V.N.G. is naar aanleiding hiervan bij de kring van commissarissen van politie de aandacht gevestigd op een tweetal rapporten, die verschenen zijn over de agressie op en rond voetbalterreinen, te weten: - het rapport van de projectgroep vandalisme door voetbalsupporters, meer bekend onder de naam "rapport Hartsuiker"; - het rapport Werkgroep maatregelen tegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 539