549 25 FEBRUARI 1980 tegen deze ruil te verklaren. Wij zijn van mening dat hiervan een precedentwerking zal uitgaan en naar ons oordeel zou daarom in dit geval de weg van onteigening moeten worden bewandeld. Mevrouw SAELMAN-BOELENOok wij hebben de verschillende aspecten tegen elkaar afgewogen. In het preadviesje dat wij hebben gekregen zijn ande re afmetingen ten aanzien van de twee stukken grond aangegeven dan in de stukken die ter visie hebben gelegen. In die laatste stukken is vermeld dat het stuk grond in Moleneind-oost 787 m2 groot is en het stuk grond in Ruitersbos 989 m2, zodat de grootte van de beide stukken nogal verschillend is. Bovendien is de grond in Ruitersbos anderhalf maal zo duur als de grond in Moleneind. Voorts wordt er nog een flinke schadevergoeding gegeven en worden er geen verkoopvoorwaarden gesteld. De betreffende man mag verder nog een jaar gratis wo nen, wat eveneens een financiële tegemoetkoming betekent. Hier staat tegenover dat naar onze me ning niet werkelijk is aangetoond dat het direct realiseren van het bestemmingsplan Moleneind-oost zeer noodzakelijk is. In de stukken lezen wij zelfs ergens de woorden: "het is gewenst". Vervol gens hadden 47 mensen voor deze kavel ingeschreven van wie 22 uitsluitend voor dit perceel. Onzes in ziens zijn er niet voldoende termen aanwezig voor een zo grote schadevergoeding in de richting van de heer Schaerlaeckens en wij zullen dan ook tegen dit voorstel stemmen. De heer VAN ASSELDONK: In de commissie heb ik al gezegd dat het college mijns inziens duidelijk blijk heeft gegeven van een slagvaardig beleid. In de eerste plaats gaat het hierbij om de realise ring van het bestemmingsplan voor die plaats. In dertijd is de commissie met betrekking hiertoe wel 'eens gepasseerd, wat wij niet zo netjes vonden maar nu is alles correct gebeurd. Verder wijs ik erop dat de woning van de heer Schaerlaeckens op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 549