559
25 FEBRUARI 1980
De heer VAN DUIJL: Onze fractie vindt dit een
goed voorstel en wij kunnen er ook volledig mee
akkoord gaan. Gelet op de huurbedragen waarvan na
de splitsing sprake zal zijn, meen ik dat wij een
zeer goed voorbeeld geven in de richting van de
personen die van de woningnood van dit moment mis
bruik menen te moeten maken door huren te vragen
die niet in verhouding staan tot het gebodene.
Wethouder VAN DUN: Ik heb begrip voor de
vraag die de heer Van Asseldonk heeft gesteld. Ove
rigens ben ik het met hem eens dat het een goede
zaak is als de gemeente zich met kamerverhuur be
zighoudt. Voor 1980 is de raad akkoord gegaan met
het eenmalig opvoeren van een bedrag van
500.000,wat bijzonder plezierig is. De heer
Van Asseldonk vraagt in feite wat het verschil is
tussen splitsing, die tot een kamerverhuursituatie
leidt, en splitsing zoals hier wordt bedoeld. Ik
wil eerlijk toegeven dat de splitsing die bij de
vijfkamerflats plaatsvindt als een grensgeval moet
worden beschouwd. De gemeenschappelijke voorzie
ningen zoals die door kamerverhuurbedrijven worden
gerealiseerd zijn groter van omvang en hebben ook
een betere kwaliteit dan de hier bedoelde. Hetgeen
wij hier willen realiseren geldt als de enige mo
gelijkheid voor het vinden van een oplossing van
de vijfkamerwoningen. De eenheden die zullen ont
staan vallen nog niet onder de kamerverhuur. Voorts
ik durf dat nauwelijks hardop te zeggen is
de oplossing die wij nu voorstellen voordeliger
dan een splitsing die tot kamerverhuur leidt.
De heer VAN ASSELDONK: Ik heb daarmee geen
problemen, maar ik meen wel dat het college zo
snel mogelijk tot een beheersstructuur voor kamer
verhuur zal moeten komen, wat overigens al is toe
gezegd bij de behandeling van de meerjarenbegro
ting.
Wethouder VAN DUN: Wij vormen daarover