563 25 FEBRUARI 1980 fractiegenoot Van den Wijngaard die zich daarvoor actief heeft ingezet. De heer DREEF: Dat geldt ook voor andere frac ties! De heer KAMMERAAT: Inderdaad, maar de heer Van den Wijngaard heeft zich hiermee wel bijzonder intensief beziggehouden. Met één punt hebben wij nog wat problemen en dat betreft dan artikel 15. Bij dat artikel gaat het om een koppeling die wordt gelegd tussen de prijs en een minimum-afnameDe P.N.E.M. inves teert een bepaald bedrag en zij wil in de loop der jaren van een bepaalde afname verzekerd zijn. Als die afname niet wordt gehaald zal de gemeente vol gens een clausule aan de P.N.E.M. moeten betalen. Het is dan ook van groot belang dat wij die mini- mumafname halen. Deze is gebaseerd op een schema waarop het gehele plan is opgesteld. Aanvankelijk werd uitgegaan van een schema dat blijk gaf van optimisme met betrekking tot de woningbouw in de Haagse Beemden. Ik wil u vragen of het koppelen van Breda-noord aan de stadsverwarming tot nu toe volgens plan verloopt en in de tweede plaats ver zoek ik u mee te delen of het aantal te bouwen wo ningen nog in overeenstemming is met de oorspron kelijke planning, die ten tijde van de opzet van het stadsverwarmingsproject is gemaakt. Ik meen dat de laatste vraag met "neen" moet worden beant woord. De consequentie daarvan kan zijn dat de ge meente de vaste kosten van de niet afgenomen warm te moet betalen, zodat er sprake kan zijn van een financieel risico voor de gemeente. Het is dus mo gelijk dat wij het niet volgens plan verlopen van de woningbouw in de Haagse Beemden zullen moeten bezuren door voor de stadsverwarming te moeten be talen, omdat er in verhouding tot de investeringen te weinig warmte wordt afgenomen. Ik wil u daarom vragen hoe groot u de kans acht dat het minimum, zoals het in artikel 15 wordt genoemd niet wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 563