25 FEBRUARI 1980 564 gehaald. De vraag die daarop aansluit is hoe u de schade die dan ontstaat denkt te kunnen opvangen. Ziet u wellicht nog mogelijkheden voor een con tractwijziging? Ik neem aan van niet, want anders had dit contract thans niet voor ons gelegen. Tenslotte wil ik u vragen of u actief wilt doorgaan met het onderzoek naar toepassing van de stadsverwarming op andere gebieden. Het gaat name lijk niet om de warmte die specifiek in de wonin gen in de Haagse Beemden moet worden geleverd, maar het gaat om een totaal-afzet van warmte, en als wij die ergens anders kwijt kunnen is dat ook goed. Wij hebben er al eens over gepraat dat het toepassen van de stadsverwarming bij de bestaande industrie of bij tuinders een dubbel voordeel heeft, namelijk het voordeel van energiebesparing èn het voordeel dat de warmte wordt afgenomen, waardoor wij geen boete behoeven te betalen. De heer NEEB: Tijdens de laatste behandeling van dit onderwerp in de commissie bedrijven heb ik mij helaas van het geven van advies moeten onthou den, omdat ik er niet toe in staat was het uitge breide antwoord van de ambtenaren op mij te laten in werken. Inmiddels, na een confrontatie met een onafhankelijk jurist, is onze fractie er achter gekomen dat wij ons met de leveringsvoorwaarden kunnen vereenzelvigen. Ook voor ons bestaan er ech ter nog vragen met betrekking tot artikel 15 lid 3. Hebt u de dienst openbare werken en de commissie openbare werken nadrukkelijk geïnformeerd over de consequenties van vertraagde bouw in de Haagse Beemden? In dit artikel is gewag gemaakt van ga rantiebepalingen door Breda aan de P.N.E.M. van het vast tarief-gedeelte, welke al per 1 januari 1982 ingaan. Zo u de dienst en de commissie van openbare werken de consequenties hebt meegedeeld, zal ik het op prijs stellen een afschrift van het verslag daarvan te ontvangen. De heer DE BROUWER: Ik wil aanhaken op het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 564