571
25 FEBRUARI 1980
zal dat betekenen dat de ene Bredanaar een ander
tarief voor het water moet betalen dan de andere
Bredanaar. Toen wij het raadsbesluit van 13 decem
ber 1962 namen was dat de overweging om niet tot
een ontkoppeling te komen, maar alle Bredanaars ge
lijk te schakelen.
De heer Dreef kan ik antwoorden dat er op dit
moment nog geen andere informatie van het ministe
rie is ontvangen, maar wij hebben het volle ver
trouwen dat de lijn die in het verleden door het
ministerie is gevolgd zal worden bestendigd.
Verder heeft de heer Dreef gevraagd of het
raadsbesluit van 1962 niet eens ter discussie moet
worden gesteld. Ik heb tijdens de begrotingsbehan
deling de heer Dreef al toegezegd dat het raadsbe
sluit van 13 december 1962 met de daaronder liggen
de argumentatie in de commissie bedrijven nog eens
ter discussie zal worden gesteld. Ik vind dat wij
daar met elkaar zullen moeten uitmaken of die dis
cussie zal moeten leiden tot een heroverweging in
de raad. Dat laatste wil ik op voorhand nog niet
toezeggen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
18. Bijlage nr. 74:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET AANGAAN VAN EEN "GEMEENSCHAPPELIJKE REGE
LING DRINKWATERVOORZIENING BREDA EN NIEUW-
GINNEKEN.(S II)
19. Bijlage nr. 75:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
WIJZIGING VAN DE TARIEVEN STADSVERWARMING IN
VERBAND MET AANPASSING VAN HET VASTRECHTGE
DEELTE. (S II)