573
25 FEBRUARI 1980
de hoogte van het bod moeten bekijken in samenhang
met de prijzen die men voor de attracties wil vra
gen. Wij hebben al eerder gezegd dat dit niet uit
zonderlijk is en dat het onder meer in Eindhoven
gebeurt, waar het ook goed schijnt te werken. Ik
vind het niet meer dan billijk tegenover de Breda
se bevolking dat daarnaar wordt gekeken.
De heer NEEB: Hoe rijmt mevrouw Saelman dit
met haar eerdere stelling dat zij luistert naar de
kermisexploitanten die het toch al zo moeilijk heb
ben? Kennelijk wil zij het hun nog moeilijker ma
ken.
Mevrouw SAELMAN-BOELENHet is niet mijn be
doeling het voor de kermisexploitanten moeilijker
te maken. De kermis vormt voor de gemeente een
flinke bron van inkomsten, maar tevens is de ker
mis met name een feest voor de bevolking. Wanneer
de gemeente de kermisexploitanten, de horeca en de
middenstand tegemoet wil komen, zal zij mijns in
ziens zeker ook de bevolking tegemoet moeten komen.
Ik wil het college dan ook verzoeken hierover nog
eens goed na te denken.
Wethouder SANDBERG: Dit is een bekende vraag,
die al twee- of driemaal in de commissie aan de
orde is geweest. Wij denken hierover wel na, maar
wij zijn inmiddels nog niet tot een andere proce
dure gekomen; thans wordt nog de indertijd door de
raad vastgestelde procedure gevolgd. Natuurlijk
ontken ik niet dat er een relatie bestaat tussen
pachtprijzen, exploitatie en toegangsprijzen. Wan
neer we evenwel voor lagere pachtprijzen verpach
ten hebben we niet of nauwelijks een dwangmiddel
om ook de toegangsprijzen te doen verlagen, ter
wijl daarop ook nauwelijks of geen controle kan
worden uitgeoefend. Tot op dit moment hebben wij
daartoe althans geen mogelijkheden gezien. Het was
mij niet bekend dat in Eindhoven al een systeem
als door mevrouw Saelman wordt bedoeld wordt