581
25 FEBRUARI 1980
daarom ook dat wij nu met deze zaken worden gecon
fronteerd dat de nadere doorlichting begin 1982
was voorzien. Deze overheid moet ervoor zorgen dat
tot een goed arbeidsklimaat wordt gekomen, voor
aantrekkelijke vestigingsfactoren en dergelijke.
De overheid moet er ook toe in staat zijn voor de
lange termijn te denken en te handelen met betrek
king tot werkgelegenheidsvraagstukken. Wij kunnen
ons bepaald niet aan de indruk onttrekken dat de
ENKA-leiding niet voorop loopt in het geven van
duidelijkheid naar de overheid toe. Dat is ook de
reden waarom de heer Eissens, mijn fractievoorzit
ter, kennis heeft gegeven van de grote verontrus
ting die bij de totale fractie heerst. Wij willen
precies weten wat er bij ENKA gaande is, want een
stuk levensgeluk van een groot aantal mede-inwoners
van de stad is daarmee gemoeid. Terecht is in de
pers gewezen op een voortdurend afbrokkelende
werkgelegenheid. Hoewel ik moet aannemen dat ook
de leiding van het bedrijf zich bewust is van deze
ernstige sociale ingreep, acht ik toch de vrees
gewettigd dat hierin een zodanige lijn zit dat op
den duur het gehele bedrijf zal gaan verdwijnen.
Welke garanties hebben wij voor de naaste toekomst?
Ik heb namelijk het volgende gelezen: "Zo lang wij
als concern in polyestergaren blijven, wordt de
spinnerij gehandhaafd." Wanneer men daarin niet
blijft, wordt de spinnerij dus kennelijk niet ge
handhaafd. Wat betekent dit eigenlijk als garan
tie? Er is voorts gesproken over niet aanvullen
van het natuurlijk verloop en over overplaatsing
van 160 werkplaatsen, en zelfs is gezegd dat er na
een nadere studie nog zo'n aantal kan volgen. Om
hoeveel mensen gaat het nu exact? Zijn er voldoen
de waarborgen dat er een goede afvloeiingsregeling
komt? Het is toch noodzakelijk dat, ook al is er
slechts sprake van een gedeeltelijke sluiting, al
lerlei instanties daarvan tijdig op de hoogte moe
ten worden gesteld, zodat zij er tijdig op kunnen
inspelen? Wat weet u als college over de toekomst
van het bedrijf? Is er sprake van dat wanneer er