25 FEBRUARI 1980 582 een deel van de productie in stand wordt gehouden dit deel dan nog wordt overgebracht naar het bui tenland, of hebben wij de zekerheid dat dat deel hier blijft? Mijn fractie kan zich geheel confor meren aan de voorwaarden welke van uw kant worden gesteld, namelijk de voorwaarde dat de spinnerij hier wordt gehandhaafd en de voorwaarde dat binnen het bedrijf moet worden gezocht naar een stukje nieuwe werkgelegenheid, welke nieuwe werkgelegen heid hier in Breda tot stand dient te worden ge bracht Tenslotte wil ik vragen wat er zal gebeuren met de bedrijfsterreinen, die niet meer of wel licht niet meer geheel nodig zijn, nu er in Breda sprake is van een situatie waarin bestaande bedrij ven geen mogelijkheid tot ontplooiing meer vinden, omdat Breda die niet kan bieden. Mijn fractie zal het op prijs stellen als ons gevoelen, dat vermoedelijk het gevoelen van de ge hele raad is, duidelijk ter kennis wordt gebracht aan de raad van bestuur van ENKA. De heer DREEF: Hoewel ik zal proberen dat zo veel mogelijk te vermijden, zal ik vermoedelijk toch wel eens in herhaling vervallen van hetgeen de heer Van Banning heeft gezegd. De brief die de C.D.A.-fractie jongstleden zaterdag of zondag heeft doen uitgaan geeft een wat breder scala aan op het terrein van de werkge- legenheidsproblematiek. Ik hoop dat u mij zult toestaan dat ik straks op een wat breder terrein nog wat punten noem, met name omdat in de brief ook wordt gesproken over een bundeling van lokale krachten in deze stad. Ook de Partij van de Arbeid-fractie is ern stig verontrust over de aangekondigde arbeidsplaat senvermindering bij ENKA-Breda, die op 21 februari opnieuw is aangekondigd. Uit het verschenen pers bericht leidt de Partij van de Arbeid-fractie af dat de raad van bestuur van ENKA, nadat de centra le ondernemingsraad en de vakorganisaties het plan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 582