587 25 FEBRUARI 1980 zaken nog geen informaties over deze zaken zijn verstrekt. Ik ben van mening dat de raad en het college veel tijdiger van dit soort ingrijpende maatregelen op de hoogte moeten worden gesteld, hetgeen ook een verantwoordelijkheid van het be drijfsleven betreft. Optimale informatieverstrek king is noodzakelijk, opdat wij met de beperkte middelen die wij hebben zo tijdig mogelijk op de ontwikkelingen kunnen proberen in te spelen. Het is daarbij niet zo eenvoudig te voorkomen dat de indruk wordt gewekt alsof wij over vele mogelijk heden en middelen zouden kunnen beschikken. Voor wat betreft de menselijke aspecten meen ik dat er in deze raad geen politieke discussie behoeft te worden gevoerd over de negatieve gevol gen en de directe consequenties voor de werknemers die hierbij direct zijn betrokken. Onze mogelijk heden tot het aandragen van oplossingen zijn naar de mening van onze fractie zeer beperkt. Wij kun nen wel arbeidsplaatsenovereenkomsten eisen, maar de invulling daarvan en het garanderen van conti nuïteit in de toekomst zijn niet eenvoudig. Ik vind het een uitdaging in onze richting om te pro beren op dit terrein suggesties aan te dragen. On- zes inziens is de suggestie om te proberen tot kleinere werkverbanden en kleinere bedrijven te komen een goede. De heer GARRITSEN: Als ik de brief van het C.D.A. goed heb begrepen zou er kunnen worden "ge- reperceerd" naar aanleiding van de verklaring van het college. De heer EISSENS: Voordat de heer Garritsen tot een verklaring van dat woord tracht te komen wil ik hem al zeggen dat het niet bestaat. De heer GARRITSEN: Dat dacht ik al; ik heb er de nodige woordenboeken op nageslagen. De heer EISSENS: Het is een drukfout.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 587