25 FEBRUARI 1980
592
dat volgens het oordeel van de raad van bestuur de
spinnerij kan worden gehandhaafd, omdat die econo
misch gezien rendabel zou zijn. Vandaar ook het
verzoek in de verklaring van het college om, nu er
toch een compleet reorganisatieplan op tafel wordt
gelegd, die gedachte te bevestigen, opdat er ten
minste voor dit bedrijfsonderdeel van de ENKA, lo
catie Breda, duidelijkheid zal bestaan.
Op de vraag om hoeveel mensen het exact gaat
kan ik antwoorden dat het in eerste instantie om
120 mensen gaat, maar feitelijk moeten wij tegen
elkaar zeggen dat hiermee 180 mensen zijn gemoeid.
Sedert de vorige aankondiging van de plannen is
evenwel via het niet aanvullen van het natuurlijk
verloop dat getal inmiddels tot 120 teruggelopen.
Er heeft dus eigenlijk al een zekere afstoting
plaatsgevonden van een zestigtal arbeidsplaatsen.
Over de toekomst van het bedrijf weet ik ui
teraard ook niets en vandaar ook dat wij om een
garantie vragen. Die garantie vragen wij natuur
lijk niet voor onszelf, maar voor degenen die
straks geroepen zullen zijn een oordeel over de
plannen te vellen, met name de vakbonden en de on-
dermingsraad. Zij dienen de garantie te krijgen
dat de spinnerij zal voortbestaan.
Er is gevraagd wat er zal gebeuren met het
bedrijfsterrein. Dat terrein is en blijft eigendom
van ENKA. Er is op dit moment geen enkele indica
tie wij hebben daarover uiteraard ook niet ge
sproken dat er terrein zal kunnen worden terug
gekocht en wij vinden dat, zeker in deze fase, ook
minder opportuun. Mijns inziens kunnen wij er veel
beter met elkaar naar streven dat ENKA overweegt
ook eens een investering in een groeisector in
Breda te doen, zoals men dat ook elders doet. Ove
rigens is het mij wel bekend dat gedeelten van het
terrein op dit moment zijn verhuurd, onder meer
aan Siemens naar ik meen, die daar een distribu
tiecentrum met 120 tot 125 medewerkers heeft geves
tigd.