25 FEBRUARI 1980 594 eens hier wordt geëffectueerd. Daarvoor is uiter aard een stukje samenspel nodig, dat zal moeten berusten op tijdige informaties en ik hoop dat de door mij verlangde Raad voor de Werkgelegenheid in deze gemeente daarbij een instrument kan zijn. Ik ben het met de heer Ten Wolde eens dat wij voorts voortdurend aandacht moeten blijven schen ken aan acquisitie voor nieuwe werkgelegenheid, op dat inderdaad kan worden gekomen tot het grote aantal van 14.000 arbeidsplaatsen dat voor onze toekomstige beroepsbevolking nodig zal zijn. Het valt namelijk niet te verwachten dat dat aantal kan worden gehandhaafd bij de bestaande werkgele genheid en dan met name bij de geïndustrialiseerde werkgelegenheid De heer Garritsen vraagt zich af wat het nut is van dit soort séances van de raad, maar ik denk dat die toch wel bijzonder zinvol zijn. Als de raad zich achter de verklaring van het college kan opstellen, zal die verklaring naar de ministers gaan, naar de ondernemingsraad, naar de raad van bestuur en naar de vakbonden en ik denk dat zij zich mede zullen laten leiden door het gevoelen zoals dat door deze raad wordt uitgesproken. Na tuurlijk kunnen wij met elkaar wel even een discus sie opzetten over de meest wenselijke structuur en politieke systemen, maar ik ben van mening ik sluit mij voor wat dat betreft aan bij de heer Van Banning dat, voor welk politiek systeem je ook kiest, je altijd afhankelijk bent van ontwikkelin gen op de wereldmarkt. De textureermarkt staat on der bijzonder sterke druk, onder meer door de ex port vanuit landen waarop wij gèèn politieke in vloed uitoefenen. Elk politiek systeem zal moeten leren leven met dit soort situaties, waarbij men binnen de mogelijkheden die men heeft naar de bes te oplossingen zal moeten zoeken. Daarbij ben ik ervan overtuigd dat ons systeem van de onderne mingsgewijze productie één van de methoden en sys temen is die daarop het meest adequaat kunnen rea geren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 594