25 FEBRUARI 1980 596 de vakbonden, naar de ministers en naar de centrale ondernemingsraad De heer DREEF: Ik zal nog graag wat commen taar van de wethouder horen op de verklaring van de minister via een persbericht dat tot 1986 onze gemeente niet meer aan bod komt in het kader van vestigingen van rijksdiensten et cetera, want ik denk dat dat duidelijk te maken heeft met het be leid van deze gemeente. Ik kan mij wel voorstellen dat het rijk prioriteit wil geven aan Zuid-Limburg en aan het noorden van het land, maar ook ons be leid is duidelijk gericht op uitbreiding van de werkgelegenheid. Wethouder SANDBERG: Wat de heer Dreef opmerk te is correct. De desbetreffende brief is nog niet zo lang geleden in ons bezit gekomen en inderdaad doet de minister daarin de uitspraak dat Breda nooit in het spreidingsbeleid opgenomen is geweest. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik gezegd dat wij minstens gegrond de verwachting hadden dat wij voor een dergelijke vestiging in aanmerking zouden kunnen komen. De nota Sociaal-Economisch Beleid 1978-1980 gaf namelijk duidelijk de indica tie dat daarbij ook aan delen van Brabant werd ge dacht. Recentelijk is opnieuw in de Kamer gediscus sieerd aan de hand van de perspectievennota Noor den des Lands en de nota met betrekking tot Lim burg. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich volledig achter die nota's gesteld en dat im pliceert dat er inderdaad tot 1986 in het geheel niet op hoeft te worden gerekend dat Breda in het plan voor de spreiding van de rijksdiensten wordt opgenomen. Dat neemt uiteraard niet weg dat wij niettemin zullen proberen daarvan iets mee te krijgen, dit dan evenwel niet via de normale rege ling inzake de spreiding van rijksdiensten, maar wellicht via andere mogelijkheden die wij op dit moment onderzoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 596