601 25 FEBRUARI 1980 slachthuisterrein gevestigd kunnen blijven. De Vleeskeuringskring die in Breda gevestigd is heeft altijd uitzonderlijk goed gefunctioneerd, in welk verband ik wijs op de cijfers van 1978/ 1979; voor het eerst moesten deze volgens voor schrift van het rijk gescheiden worden opgesteld. De Bredase Kring heeft over die twee jaren een po sitief resultaat van ongeveer acht ton voor de rijksschatkist behaald, terwijl wij de vorige week via de pers konden vernemen dat het rijk op dit onderdeel landelijk ongeveer 30 miljoen tekort komt. Ik wil vervolgens ingaan op punt 3 van uw preadvies, waar het gaat over de onderhandelingen over de verkoop. Terecht merkt u op dat het voor de gebruikers met name gaat om zeggenschap ten aanzien van de exploitatie en de bedrijfsvoering van het openbaar slachthuis, waarbij die gebruikers ongetwijfeld veel belang hebben. Centraal staat voor onze fractie het behoud van de werkgelegen heid in en rond het Bredase slachthuis, waarvoor wij al jaren ijveren. Voor de continuïteit van het Bredase slachthuisgebeuren biedt overdracht aan grossiers en gebruikers een beter perspectief dan het in handen van de gemeente blijven van dit slachthuis, daar de huidige gemeentelijke exploita tie voor de grossiers en de gebruikers obstakels en hinderpalen oplevert. De verkoopprijs is in dezen belangrijk. Het is een gelukkig feit dat deze prijs reëel en zake lijk verantwoord voor de beide partijen kan worden geacht. De rekenmodellen ten aanzien hiervan zijn ons in de commissie bedrijven overgelegd. Voor ons als gemeente is het allerbelangrijkste dat de be staande werkgelegenheid behouden blijft, maar er dient nog wel nadrukkelijk aandacht te worden gege ven aan de randvoorwaarden met betrekking tot de verkoop, want deze zullen goed moeten worden opge steld. In de eerste plaats moet er een antispecu- latiebeding zijn voor het geval de grossiers tot vervreemding van de opstallen er terreinen willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 601