25 FEBRUARI 1980 606 Wij denken dat het hoogst noodzakelijk is dat hier in een lid van de commissie bedrijven wordt opge nomen, die niet alleen een begeleidende, maar ook een controlerende en rapporterende taak namens de gemeenteraad kan worden meegegeven. Ik neem aan dat wij het er wel over eens zullen kunnen worden wie dat zal moeten zijn. De heer DREEF: Kunt u daarvoor al een sugges tie doen? De heer NEEB: Die zou ik zeker kunnen doen. Ik denk overigens dat de heer Dreef aan dezelfde denkt als ik. Na vaststelling van de dienstverleningsover- eenkomst heeft de gemeente als het ware een eigen arbeidsplaatsenovereenkomst gecreëerd voor haar eigen werknemers. Het gaat ons te ver als de ge meente die garantie ook geeft voor werknemers van toekomstige eigenaars. Dit is een zaak tussen die werkgevers en hun werknemers, welke werknemers al dan niet in hun eigen vakorganisaties vertegenwoor digd kunnen zijn. Wellicht zullen de begeleidings commissie en de subcommissie c.q. personeelswerk- groep ik weet niet precies hoe ze allemaal he ten als bemiddelaar kunnen optreden. Ter afronding kan ik zeggen dat wij in prin cipe voor het raadsvoorstel zijn, waarbij wij een waterdichte regeling voor het gemeentepersoneel als allereerste prioriteit stellen. De heer DREEF: Wij staan thans voor een prin cipe-beslissing betreffende de verkoop van het slachthuis in onze gemeente. Het openbaar slacht huis vormde met de Vleeskeuringsdienst één geheel. In 1978 is er een rijksregeling getroffen betref fende de exploitatie van de Vleeskeuringsdienst en het slachthuis, waardoor de Vleeskeuringsdienst voor wat de financiën betreft een rijkszaak was geworden, terwijl de exploitatie van het slacht huis voor rekening van de gemeente geschiedt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 606