611 25 FEBRUARI 1980 F.N.V. als vakbond zich specifiek zorgen maakt. In "De Stem" hebben wij kunnen lezen dat er opnieuw door de F.N.V. een brief naar de raad is gestuurd. Het verbaast mij een beetje dat de andere partijen van de inhoud van die brief niet op de hoogte zijn want ik neem aan dat de contacten met de F.N.V. toch wel redelijk zijn. Ik heb die brief wêl in mijn bezit en desgewenst kan men hem lezen. De heer DREEF: Die brief is wel door ons ge signaleerd, maar ik heb hem niet. De heer GARRITSEN: Ik heb die brief wêl van de F.N.V. ontvangen; ik denk dat toezending daar van afhankelijk is gesteld van de contacten die men met de F.N.V. onderhoudt. De heer DREEF: Ben je lid van de F.N.V.? De heer GARRITSEN: Ik ben van mening dat je als raadslid de taak hebt te bezien wat er bij de verkoop van een slachthuis speelt en dat je daar bij dan de contacten moet leggen die je nodig acht Je dient je dan ook op de hoogte te stellen van de berichten die naar de raad gaan, omdat je ook via die weg informaties kunt ontvangen. Gelet op de wijze waarop een en ander is af gedaan, vraag ik mij af of het op dit moment wel verantwoord is dit principe-besluit te nemen. Ge let op de stukken en hetgeen we in de commissie hebben vernomen blijkt wel dat er in feite geen echt onderzoek is ingesteld naar de noodzaak van de verkoop. Er zijn wat landelijke trends aangege ven met betrekking tot de verkoop van slachthuizen Inderdaad is de wetgeving dienaangaande gewij zigd De heer VAN DEN WIJNGAARD: De heer Garritsen moet' eens als goed raadslid de notulen van 1973 le zen, die ik op dit moment bij me heb. In die notu len kan hij vragen over het openbaar slachthuis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 611