25 FEBRUARI 1980
616
garanderen dat, als het perspectief zo slecht zou
worden dat er inderdaad niet meer in Breda zou wor
den geslacht, diezelfde werkgelegenheid dan óók
verloren gaat als het om een slachthuis in gemeen
telijk bezit gaat, omdat ook daar de grossiers
zich dan zullen terugtrekken en omdat ook daar dan
geen man meer werk zal vinden. Dat is niet van de
eigenaren maar van de markt afhankelijk.
De heer GARRITSEN: Maar dan ben je wél betef
en eerder geïnformeerd;
Wethouder SANDBERG: Ik denk dat de heer Gar-
ritsen zich toch iets meer moet verdiepen in de
historie van de gehele slachthuiswereld -- met na
me die in Breda -- en de ontwikkelingen die zich
na 1 januari 1978 hebben voorgedaan. Hij zal dan
zien dat soortgelijke ontwikkelingen ook elders te
signaleren zijn. Het is straks helemaal geen ge
meentebelang maar juist het eigenbelang van de
grossiers om zoveel mogelijk activiteiten in het
slachthuis onder te brengen.
De zes betrokken ondernemingen zullen tezamen
een rechtspersoon gaan vormen. Hoe die er precies
uit zal zien is op dit moment nog niet bekend,
maar in ieder geval zal er straks sprake zijn van
een rechtspersoon die het slachthuis gaat exploi
teren. Het personeel, dat op dit moment in dienst
van de grossiers is, zal bij diezelfde grossiers
in dienst blijven en zal ook dezelfde arbeidsvoor
waarden behouden. Dat geldt ook voor de zelfstan
dige loonslagers en voor het personeel in dienst
van de overige slachthuisgebruikers. De rechtsper
soon die het slachthuis in de toekomst gaat ex
ploiteren zal, naar wij hebben vernomen in regel
matige besprekingen, hoogstens 3 a 4 personen gaan
omvatten. Wat de door de F.N.V. geformuleerde
stellingname over de nieuwe rechtspersoon heen be
treft vind ik dan ook dat wij gewoon niet in staat
zijn verplichtingen aan derden op te leggen. De
zes ondernemers maken daar overigens alleen al op