25 FEBRUARI 1980
622
continuering van het slachthuis.
Ik kan de heer Garritsen die overigens via
de F.N.V. veel beter is geïnformeerd dan ik
vervolgens zeggen dat de bonden een dag of veer
tien geleden al met de grossiers hebben gespro
ken. Misschien kan hij ons het resultaat van die
bespreking vertellen; mij is het althans onbekend!
De heer GARRITSENIk dacht dat u zo goed ge
ïnformeerd was'. Dat valt me dan toch wel tegen wat
dit belangrijke aspect van de werkgelegenheid be
treft
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Het gaat er maar
net om, bij welke club je de accenten legt. Ik ben
hier voor de club van het C.D.A. en daar ben ik
nog altijd trots op!
Na het betoog van de wethouder kan ik niet
anders dan zeggen dat de C.D.A.-fractie zal voort
gaan op de weg die zij reeds in 1973 met betrek
king tot het openbaar slachthuis heeft ingeslagen.
De C.D.A.-fractie zal haar taak ten opzichte van
de in het slachthuis werkzame Bredanaars zo goed
mogelijk volbrengen. De C.D.A.-fractie zal de
rechtvaardige en reële wensen van de medewerkers
van het openbaar slachthuis honoreren, waarbij wij
speciaal denken aan de mensen die daar eventueel
via de dienstverleningsovereenkomst gaan werken.
De heer GARRITSEN: Aan het eind van zijn be
toog heeft de wethouder nog eens opgemerkt dat de
werkgelegenheid centraal staat bij dit hele gebeu
ren van de verkoop van het slachthuis. Dat kan wel
zijn en ik geloof best dat het de intentie van het
college is, maar ik heb dan toch wel ernstige be
denkingen bij de wijze van afhandeling waar het de
werkgelegenheid van zovele mensen betreft. Heel
formeel kunnen wij zeggen dat we er niets mee te
maken hebben, maar ik maak uit de betogen van alle
fractie-woordvoerders op dat zij toch van mening
zijn dat er aandacht aan dient te worden besteed.