625
25 FEBRUARI 1980
Wethouder SANDBERG: Van de zijde van het col
lege zal de raad worden geïnformeerd met betrek
king tot de brieven van de F.N.V. Daar behoeft men
geen rechtstreeks contact voor op te nemen, want
de brieven zijn aan de raad gericht en zullen de
raad ook, mét de opvattingen van het college daar
omtrent, bereiken. In ieder geval weet ik dat er
een gesprek met de F.N.V.-voedingsbonden heeft
plaatsgevonden. Dat gesprek heeft tot gevolg gehad
dat de bond in contact is gebracht met de advi
seurs van de grossiers en dat heeft er weer toe
geleid dat de grossiers de bereidheid hebben uitge
sproken om met de F.N.V. maar dan wel ieder af
zonderlijk -- en met het personeel dat zij in
dienst hebben nader van gedachten te wisselen over
hun eigen onderneming en wellicht tot een overeen
komst te komen. Wel hebben de zes ondernemers op
z'n minst juridische bezwaren tegen het stellen
van voorwaarden vooraf zoals de F.N.V. die formu
leert, niet in de richting van de gemeentelijke
overheid maar over de nieuwe rechtspersoon heen in
de richting van derden. Dat zou betekenen dat de
verkoop van het slachthuis niet doorgaat, vandaar
dat ik heb gezegd dat wij die weg niet op moeten
gaan. Het lijkt mij veel beter dat er een goed
overleg tussen de grossiers en de vakbonden tot
stand komt en ik geloof dat wij niet rechtstreeks
moeten ingrijpen in de arbeidsovereenkomst tussen
een grossier en zijn werknemers; daar heeft de ge
meente niets mee te maken.
De heer De Brouwer pleit nogmaals voor een
participatie van het gemeentebestuur in de raad
van toezicht. Nogmaals, ik weet nog helemaal niet
hoe de rechtspersoom er uit gaat zien, maar het is
wel de bedoeling dat de zes ondernemers zich tot
een rechtspersoon gaan verenigen. Ik weet echt niet
of er een raad van toezicht gaat komen. Wel weet
ik dat de begeleidingscommissie met name in het
leven is geroepen om dat soort problemen juist in
de aanvang in goed onderling overleg tussen ge
meente en nieuwe rechtspersoon tot een goed einde