631
25 FEBRUARI 1980
winkelunits zullen vestigen. Als zodanig meen ik
dat we nu iets meer duidelijkheid hebben dan in
mei 1979, omdat het nu duidelijk is dat deze kwes
tie buiten het geschil staat, terwijl St. Joseph
en Brebo enerzijds verwachtingen hebben en ander
zijds verplichtingen in de richting van derden.
Kan er met deze grond gespeculeerd worden?
Speculeren ten principale kan men daar naar mijn
mening niet, gezien de verkoopvoorwaarden die ge
formuleerd zijn door de gemeenteraad van Breda en
die ook ten aanzien van deze twee speciale geval
len zijn opgenomen. Binnen redelijke door de raad
gestelde grenzen lijkt mij speculatie uitgesloten.
De heer Crul heeft terecht opgemerkt dat de
hele zaak wat verbrokkeld is overgekomen. Ik hoop
dat op korte termijn de aangelegenheid in totaal
door uw raad kan worden bezien, mede aan de hand
van het ambtelijk rapport waarmee ik mij niet in
houdelijk bemoei maar dat naar ik heb begrepen
van één van de samenstellers in de jongste vergade
ring van de commissie openbare werken in de
maand april mag worden verwacht. Ik meen het hier
bij te mogen laten.
De heer GARRITSEN: Ik wil graag aangetekend
zien dat ik tegen dit voorstel ben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten,
onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil
worden te hebben tegengestemd.
29. Bijlage nr. 85:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS ONT
SLAG TE VERLENEN AAN DE LEDEN VAN DE BESTUURS
COMMISSIE EX ARTIKEL 61, JO. 63, CULTUREEL
CENTRUM DE BEYERD EN DE OVERGEDRAGEN BEVOEGD
HEDEN TERUG TE NEMEN. (S)
De heer DE BROUWER: Een groot aantal leden
van de bestuurscommissie De Beyerd heeft reeds