25 FEBRUARI 1980
634
toezegging van de wethouder hebben dat het hier
slechts een tijdelijke situatie betreft.
In dit verband vinden wij het wat onbehoor
lijk dat het college, terwijl wij nu pas gaan be
sluiten tot het terugnemen van de overgedragen be
voegdheden, toch in feite al heeft ingegrepen in
het beleid van de artikel 61-commissieIn de netjes
aan ons toegestuurde besluitenlijst van de B. W.-
vergadering van 6 februari 1980 staat namelijk:
"Voorstel nr. 5-27problematiek De Beyerd. Voor
kennisgeving aangenomen: 1. mededelingen en ont
wikkelingen. 2. raadsvoorstel ter voorbereiding
opheffing commissie. 3. Tentoonstelling Leijendek-
kers moet doorgaan." Ik zal de raad niet vermoeien
door uit te leggen wat dat precies inhoudt; men
heeft het in de krant kunnen lezen en de commissie
leden weten waar het over gaat. Ik constateer
slechts dat het college hier de beslissing heeft
genomen dat de tentoonstelling moet doorgaan, ter
wijl dat in feite op dat moment niet de bevoegd
heid van het college maar van de commissie was. Ik
zou graag van de wethouder vernemen hoe hij dit
ziet. Overigens vind ik ook dat de tentoonstelling
moet doorgaan, maar dat is een andere zaak.
Van belang is ook de vraag, wat wij nu verder
gaan doen. Zoals de heer De Brouwer en ook de
heer Van Asseldonk bij interruptie al heeft ge
zegd, is de beleidslijn die momenteel door het
college wordt ontwikkeld in diverse ronden in de
commissie cultuur aan de orde geweest. Ik ken het
nieuwe preadvies niet, maar in de commissie cul
tuur is gezegd dat dit eigenlijk het "ineenschrij-
ven" van alle tot nu toe gemaakte opmerkingen zal
inhouden. Ik moet dus aannemen dat de wethouder
straks met een preadvies komt dat in principe zal
neerkomen op het kiezen voor een ander model dan
hetgeen thans geldt. Uiteraard wacht ik de gang
van zaken rustig af, maar gezien de verdediging
die in de laatste vergadering van de commissie
cultuur is gegeven heb ik de indruk dat de wethou
der daar niet op terug zal komen.