651 25 FEBRUARI 1980 Veilingkade een beperkt gebied heeft gevonden maak ik mij sterk dat de gemeente, als zij echt de moei te had genomen, wel betere plaatsen had kunnen vinden. De plaats die nu is gekozen is naar mijn mening in ieder geval volstrekt onverantwoord. Tot slot wil ik nog een opmerking in de richting van de P.v.d.A. maken. Ik vind het een niet erg socialistisch geluid als je zegt het eens te zijn met de stedebouwkundigen en als je de wen sen van de bewoners daarbij eigenlijk volledig laat vallen. Als je het niet aanvaardbaar vindt om daar te wonen, terwijl je wel geld beschikbaar stelt voor nieuwbouw in de Spoorstraat op een af stand die in meters nauwelijks verschilt, dan vraag ik mij af of je wel zo lichtzinnig tot het besluit moet kornen dat de mensen maar weg moeten, temeer omdat de betrokken bewoners ter plaatse best prettig wonen. Daar kun je persoonlijk wel andere opvattingen over hebben en het is waar dat er mooiere buurten zijn, maar ik vind dat je als partij niet kunt zeggen dat de bewoners op den duur maar van het terrein moeten verdwijnen omdat het bestemmingsplan wordt veranderd, indien dit tegen de wil van de betrokken bewoners is. Ik vind dit een essentieel punt en het verbaast mij dat de P.v.d.A. hier zo lichtzinnig overheen stapt. De heer VAN DE STEENOVEN: In de eerste plaats stappen wij daar natuurlijk niet lichtzinnig over heen en in de tweede plaats gaat het hier om een zeer klein aantal woningen, waarvan de ligging ten opzichte van spoorlijnen en wegen een stuk ongun stiger is dan van de Spoorbuurt. Bovendien ligt het gebied bijzonder geïsoleerd, dus als je een middellange termijnplanning in de vorm van een be stemmingsplan maakt vind ik het alleen maar ver standig dat je de normale milieu-eisen, die je bij elk bestemmingsplan stelt, ook in dit geval van toepassing laat zijn. De heer GARRITSEN: Maar geldt dat dan niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 651