25 FEBRUARI 1980 656 bezwaarschriften volledig in de door het college gebruikte argumentatie vinden. Wethouder VAN DUN: Ik ben er blij om dat een aantal raadsleden heeft opgemerkt dat in de commis sie uitvoerig over dit voorstel is gesproken. Ik meen dat ook de vragen van de commissieleden daar bij uitvoerig zijn beantwoord en ik wil mij dus beperken tot een aantal hoofdpunten die door de verschillende sprekers naar voren zijn gebracht. Ik denk dat het erg moeilijk is te discussi eren over de vaststelling van een bestemmingsplan in het spanningsveld tussen wonen en werken, tus sen verkeer en geluidsoverlast en tussen een spoorlijn en een min of meer gevaarlijk bedrijf. Op een gegeven moment moeten wij ons afvragen wat de kwaliteit van het wonen en van de woonomgeving ter plaatse is en dan kan ik mij voorstellen dat het bij de bewoners wat hard overkomt als zij de algemene teneur onder het bestemmingsplan zien, inhoudende dat de kwaliteit van het wonen ter plaatse los van het feit dat wij industrieter rein nodig hebben naar algemene, objectieve maatstaven te wensen overlaat. Niet voor niets heeft het college jaren geleden het besluit geno men om al het mogelijke te doen om daar, waar de Theresia-kerk verdwenen is, aanvullende woonbebou wing te realiseren. Oorspronkelijk bestond de ge dachte dat er altijd wel een categorie mensen te vinden zou zijn die in een dergelijke situatie wil of kan wonen; men dacht aan werkende jongeren en studerenden die daar 's avonds wat minder ge plaagd door de geluidsoverlast zouden kunnen wonen. Gebleken is echter dat de situatie ter plaatse niet al te best is en dat de benadering, die uit preadvies en bestemmingsplan is gebleken, de juiste is, hoe hard dat wellicht ook overkomt. Ik kom eerst bij de heer Van de Steenoven, die een drietal concrete vragen heeft gesteld. Hij zegt dat de omgeving van de Etnastraat op lange termijn niet geschikt is voor woonbestemming en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 656