659 25 FEBRUARI 1980 mee heb. Ik krijg de indruk dat er twee dingen aan de orde zijn. In de eerste plaats zijn er de verf mengeri jen, -malerijen en -kokerijen, die nog in de bedoelde categorie 5 zitten. Er is echter een verfijning aangebracht in de verfmengerijen, voor zover zij behoren bij of uitsluitend bedoeld zijn voor een winkelbedrijf ter plaatse. Dat betekent dat de verfijning ten aanzien van de bussen van 5, 15, 25 en 50 liter alleen een nadere diversifica tie aangeeft in die gevallen, waarin op een be paald moment een winkelfunctie aan de orde is. De heer VAN DE STEENOVEN: Het is een detail vraag, maar ik vind het wel opvallend dat er eerst in het kader van het ontwerp-bestemmingsplan op advies van deskundigen lijsten met verschillende categorieën worden opgesteld, terwijl die lijsten vervolgens worden gewijzigd als blijkt dat er toe vallig net een bedrijf is dat zich ter plaatse wil vestigen en dat door die lijsten ongelukkig zou komen te zitten. Dat zou ik toch wel een gevaar lijke procedure vinden en het lijkt er wel een beetje op dat dit is gebeurd, omdat in de eerste versie van het bestemmingsplan geen verfijning was aangebracht. Wethouder VAN DUN: Dat mag zo zijn, maar ik zit op dit moment een beetje met mijzelf in de knoop. Als in algemene zin in het bestemmingsplan ten aanzien van de verfmengerijen die blijven zit ten in categorie 5 niets verandert, terwijl wel ten aanzien van de verfmengerijen met bussen van 5 t/m 25 liter een nuancering is aangebracht voor zover zij bij winkelbedrijven behoren, dan zit ik voor mijzelf in de knoop met dezelfde bepaling met betrekking tot de vestiging van winkelbedrijven die zich met detailhandel bezighouden. Ik denk dat de betreffende toevoeging redelijk academisch is en in relatie tot de twee voorschriften in het be stemmingsplan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 659