25 FEBRUARI 1980 662 mij werkelijk onbegrijpelijk dat iemand het zeer beperkte gebied rond de Etnastraatdat geheel door zeer drukke wegen is ontsloten en dat zoveel geva ren met zich brengt, tot woonbuurt wil bestemmen en zelfs naar ik aanneem tot een buurt voor socia le woningbouw. Ik denk dat men op die manier een soort gevaarlijk "ghettootje" creëert waar totaal geen voorzieningen aanwezig kunnen zijn omdat er eenvoudigweg geen ruimte voor is. Mijns inziens is hier sprake van een soort dogmatiek vanuit de ge dachte dat we woningen nodig hebben, reden waarom de heer Garritsen ter plaatse per se een woonbe stemming wil creëren. Mevrouw Muntjewerff heeft in de commissie ruimtelijke ordening terecht gezegd dat het hard nodig is dat er zoveel mogelijk wordt gebouwd in Breda en dat er bestemmingen voor volks huisvesting worden gerealiseerd, maar dat het hier bij niet zozeer gaat om de vraag of er wel vol doende terrein beschikbaar is zowel in de bin nenstad als daar buiten als wel om de politieke keuze, waar men sociale woningbouw wil realiseren. Ik denk dat wij dat op een goede plaats moeten doen die wij op verantwoorde wijze kunnen inrich ten; dat kan in het onderhavige gebied beslist niet, maar het kan wel in de Haagse Beemden en op een groot aantal andere plaatsen in de binnenstad. De heer GARRITSENIk heb de wethouder een vraag met betrekking tot de Hinderwetvergunning gesteld. Is het zo dat, nu een aantal onderdelen van de installatie van Mermans naar de Veilingkade gaat, de Hinderwetvergunning, waarvoor als ik het goed heb bij de Raad van State een andere aanvraag moet worden ingediend, bij de gemeente ook anders komt te liggen? Ziet die vergunning er dan niet meer zo uit als zij hier ter visie heeft gelegen? Van verschillende kanten is gezegd dat wij de zaak bij afgifte van een Hinderwetvergunning toch vrij goed in de hand hebben, ook met het oog op de toekomst. Ik wil er op wijzen dat sommige L.P.G.- stations heel kortgeleden nog Hinderwetvergunningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 662