25 FEBRUARI 1980 666 verordening te regelen. Wel hebben wij beluisterd dat het, gezien ook het huidige huishoudelijke re glement, in de bedoeling ligt om ook in de toekomst de openbaarheid van vergaderen op dezelfde wijze te gaan regelen.' Wij vertrouwen er dan ook op dat dit te zijner tijd inderdaad het geval zal zijn. Wij krijgen het huishoudelijk reglement te zijner tijd ook onder ogen en ik hoop dat deze aangelegen heid daarin dan zal zijn geregeld. Nogmaals, wij betreuren het dat de mogelijkheid om dit in de ver ordening vast te leggen kennelijk op juridische gronden niet aanwezig is en wij zullen dus maar afwachten hoe de zaken zich te zijner tijd zullen ontwikkelen. Mevrouw SAELMAN-BOELENWij zijn op zichzelf niet tegen de verordening, maar wij hebben wel be zwaar tegen de modelverordening voor bestuurscom missies in het algemeen. Wij wilden u dan ook vra gen of de vaststelling van een verordening als de onderhavige kan geschieden met de aantekening, dat de modelverordening voor de bestuurscommissies op korte termijn in de commissie algemene zaken zal worden bezien. De verordening die nu wordt vastge steld zal daarna eventueel moeten worden aangepast. De heer GARRITSEN: In de commissie heeft de wethouder toegezegd dat de juridische mogelijkhe den van het in de verordening vastleggen van de openbaarheid van vergaderen nog zou worden nage trokken en ik zou gaarne concreet van haar verne men of het juridisch al dan niet mogelijk is. In de commissie werd namelijk gezegd dat het niet mo gelijk was; mijn mening was anders en op grond daarvan is toegezegd dat het zou worden uitgezocht. Wethouder PAULUSSEN: De aangelegenheid is in de commissie uitvoerig aan de orde geweest; de heer Garritsen en mevrouw Stutterheim hebben daar naar verwezen. Voor de vergadering van de commis sie sociale zaken op woensdag a.s. staat een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 666