667 25 FEBRUARI 1980 uitvoerige beantwoording op het programma, maar de heer Garritsen heeft waarschijnlijk nog geen ge legenheid gehad om die te lezen. Inderdaad is het op formele gronden momenteel bijna onmogelijk om de openbaarheid bij verordening te regelen. Op voorstel van het college heeft de raad bevoegdhe den van het college overgedragen aan de commissie sociale werkvoorziening. Het college kan zo is de formele redenering aan plaatsvervangers niet een wijze van vergaderen opdragen die het zichzelf niet oplegt. Het college kan via een huishoudelijk reglement zijn eigen wijze van vergaderen regelen. Op dit moment is er nog geen huishoudelijk regle ment, maar via de onderhavige verordening moet er een huishoudelijk reglement komen en daarin dit staat in de toelichting kan de wijze van verga deren en de openbaarheid worden geregeld. In de verordening zelf kunnen wij het op dit moment dus niet regelen omdat de bevoegdheden van het college aan de commissie zijn overgedragen dat is de formele kant van de zaak maar via het huishou delijk reglement kan de nieuwe commissie het straks wel regelen. In de commissie sociale zaken zijn terecht signalen geïnterpreteerd in die zin, dat de aangelegenheid straks inderdaad in het huishou delijk reglement zal worden geregeld en ik heb in de commissie ook toegezegd dat ik hierover verder met de commissieleden van gedachten zal wisselen. Dat is de stand van zaken op dit moment. De huidige bestuurscommissie vergadert in het openbaar en zij zal deze zaak, tenzij het over personen gaat en de belangen van de W.S.W. in het geding zouden zijn, ook doorgeven aan de nieuwe bestuurscommissie. Deze discussie in de raad zal ook ter kennis worden gebracht van de huidige en de nieuwe bestuurscommissie. De andere vraag is in de richting van de voor zitter gesteld. De VOORZITTER: Ik geloof, mevrouw Saelman, dat het niet de bedoeling is dat wij hier of in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 667