694
20 MAART 1980
openbare werken en aan de directeur beplantingen
vragen aan Uw wens te voldoen.
Een zelfde verzoek hebben wij gedaan aan de direc
teur van het energie- en waterleidingbedrijf.
Het spijt ons dat wij Uw vertrouwen ten aanzien
van de tijdige beantwoording van Uw vraag hebben
beschaamd.
VRAAG (ingevolge art. 40, 2e lid R.v.O. d.d.
6-11-1979)
De heer H. Schuring:
1. Is het het college bekend dat in Breda-Oost
(Heusdenhout) en omgeving veelvuldig klachten
bestaan over stankoverlast?
2. Is het juist dat deze overlast wordt veroor
zaakt door de vuilnisbelt in Bavel?
3. Zo ja, welke maatregelen denkt het college te
nemen om zo mogelijk verlost te raken van deze
overlast?
Ad 1.
Ja.
Ad 2.
Uit een onderzoek ingesteld door de rijkspolitie,
groep Nieuw-Ginneken, is naar voren gekomen, dat
zich op het terrein van de vuilstort Bavel een
put bevindt waarin ernstig verontreinigd water
voorkomt, met een nagenoeg zwarte kleur, dat door
dringend stinkt.
We menen op grond van deze waarneming tot de con
clusie te mogen komen dat Uw vraag bevestigend
dient te worden beantwoord.
Ad 3.
De gemeente Breda heeft, met betrekking tot de
wijze van storten door de Grontmij op grondgebied
van de gemeente Nieuw-Ginneken geen enkele bevoegd
heid. Tot onze taak rekenen we wel het aandacht
vragen voor de geconstateerde stankoverlast bij de
bevoegde instanties en het zorgdragen voor het