20 MAART 1980 701 zwembad werkten, en teruglopende verkoop van abon nementen oordeel ik zeer negatief en ik kan mij in het ter tafel liggende voorstel dan ook helemaal niet vinden. De heer DE BROUWER: Bij dit voorstel willen wij een kanttekening maken die ook geldt voor agendapunt 18. Het moet ons van het hart dat par ticuliere of semi-particuliere instellingen in het keurslijf van maximaal 3,5% prijsverhoging worden gedwongen, terwijl de prijzen van dienstverlening door gemeentelijke bedrijven en diensten maar al te vaak deze norm overschrijden. Wethouder WELSCHEN: Bij het aannemen van de begroting heeft de raad ook zijn goedkeuring ge hecht aan de begroting van jeugd, sport en recre atie, inclusief de tarievenvoorstellen. In onze begroting is toen al rekening gehouden met een tariefverhoging van 3,5%. Dit betekent dat raad en college destijds met elkaar hebben afgesproken op welke manier zij te werk zouden gaan; vanavond ligt de technische uitwerking daarvan ter tafel De heer Garritsen moet naar mijn mening twee dingen in het oog houden. In de eerste plaats is de tariefverhoging die wij een aantal maanden ge leden hebben voorgesteld, lager dan de verhoging waar de instelling zelf om had gevraagd. In feite betekent dit dat de gemeente zelf nogal wat geld zal moeten toevoegen. In dit verband merk ik aan het adres van de heer De Brouwer op dat we bij de gemeente op het punt van tariefverhogingen één lijn proberen te trekken. Er kan in speciale ge vallen naar boven of naar beneden beide moge lijkheden komen voor worden afgeweken, mits dit duidelijk wordt beargumenteerd. Als de argumenta tie al niet van onze kant wordt gegeven, komt zij zeker aan de orde in de commissievergaderingen, waarin voortdurend met name op deze gevallen wordt teruggekomen In de tweede plaats heeft de heer Garritsen betoogd dat door de bestuurlijke afhandeling extra

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 701