24 JANUARI 1980 70 verband houden met een stukje cultuurbeleid. Hij heeft gesproken over de financiële dekking van ac tiviteiten als het vernieuwen van zinken goten en het reviseren van de windwijzer, waarbij hij het een trieste gang van zaken vindt dat geld dat de directeur van de muziekschool op zijn instituut overhoudt, voor het stedelijk museum moet worden aangewend. Welnu, het lijkt mij juist een goede ontwikkeling dat we in de sector cultuur proberen de "pijn" daarvan is in dit verband toch wel sprake te verdelen. Ik ben juist bijzonder blij dat het directieberaad, wanneer er op een gegeven ogenblik een "pijnpunt" op tafel ligt, gezamenlijk en con amore naar een oplossing zoekt en dat men daarbij dan niet voortdurend op eikaars portemon nee zit te letten, maar dat dit soort suggesties op de proppen komen. Dit betekent uiteraard niet dat structurele problemen van de muziekschool ver der verwijderd of minder ver verwijderd zouden zijn. Dat is niet het geval. Over accommodatiepro blemen in het algemeen en bij de muziekschool in het bijzonder althans in dit geval is een preadvies in aantocht, naar aanleiding van de no ta "Het licht op groen", die ter kennis van de raad is gebracht. Overigens zijn we nog niet in het stadium waarin we plannen voor een eventuele toekomstige accommodatie voor de muziekschool kun nen gaan schetsen. Daarover zal het aangekondigde preadvies wel duidelijkheid scheppen. Ik denk dat er een zeer zorgvuldige prioriteitenafweging zal moeten worden gemaakt. Aangezien de raad in eerste instantie heeft besloten een niet onbelangrijk deel van het budget voor een gedeeltelijke renova tie van de stadsschouwburg ter beschikking te stellen, acht ik het noodzakelijk op dat proces een beter zicht te krijgen voordat we andere ambi tieuze plannen gaan opstellen. Dat betekent echter niet dat we onderwijl achterstallig onderhoud op de lange baan zouden moeten schuiven. Ik heb kennisgenomen van de mededeling van de heer De Brouwer dat zijn fractie tegen het voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 70