710 20 MAART 1980 suggestie gedaan, een besluit over de ontkoppeling aan te houden, terwijl de heer Peeters nu een heel andere interpretatie geeft. De eigen bevoegdheid van Sint Laurentius willen wij overigens niet aan tasten. Wij vinden dat de gemeente ten opzichte van Sint Laurentius de verantwoordelijkheid heeft, te voorkomen dat deze woningbouwvereniging onbe suisd een dergelijk project ter hand neemt. Wethouder VAN DUN: Ik geloof dat ieder zijn eigen bevoegdheid zelf moet dragen. De gemeente heeft een zeer beperkt toezicht op het functione ren van de woningbouwverenigingen, terwijl een soortgelijk toezicht door het rijk wordt uitgeoe fend. Wanneer de hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting akkoord gaat met het plan en de daaraan verbonden kosten, bestaat er naar mijn mening geen reden meer voor de angst die de heer De Brouwer met zijn fractie zou kunnen hebben. De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat de heer De Brouwer overigens niet tegen het voorstel is. De heer DE BROUWER: Jawel, wij zijn wel tegen het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman-Boelen en de heer De Brouwer geacht willen worden te hebben tegen gestemd. 21. bijlage nr. 111. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS M.B.T. DE TOEKENNING VAN DE DOOR HET MINISTERIE VAN C.R.M. IN HET KADER VAN DE INCIDENTELE STI MULERINGSMAATREGEL TBVSPEEL-O-THEKEN VERSTREKTE RIJKSBIJDRAGE AD 10.000,— AAN OUDERVERENIGING MYTYLSCHOOL DE SCHALM EN - A.T.D.-PROJECT BREDA. (W) 22. bijlage nr. 112. VOORSTEL TOT HET VOTEREN VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE FINANCIËLE AFWIKKELING VAN DE GRENSWIJZIGING MET PRINSENBEEK EN TERHEIJDEN. (B)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 710