716
20 MAART 1980
DE VIERINGEN VAN DE KONINGINNEDAG EN DE 35E
HERDENKING VAN DE BEVRIJDING. (M)
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Wij gaan
met dit voorstel akkoord en we zouden nog het ver
zoek willen doen de wijken en buurten in een vroeg
stadium bij de voorbereiding van de feestelijkhe
den te betrekken.
De heer OOMEN: De suggestie van mevrouw Van
Rooij zal hopelijk via u, mijnheer de voorzitter,
worden doorgegeven; ik wil er graag mijn steun aan
betuigen. Ook wij gaan met het voorstel akkoord,
maar er is één punt dat ik naar aanleiding van het
voorstel even onder de aandacht wil brengen. Ten
tijde van de commissievergadering hebt u ons toe
gezegd dat u met het comité dat de 4 mei-bijeen
komst ter herdenking van de gevallenen organiseert,
een wij-iging van de plaats zoudt bespreken. Uw
woorden waren nog niet koud, of er lag een brief
van dat zelfde comité in mijn bus met het voorstel
de herdenking dit jaar weer bij het Poolse monu
ment te houden.
Verleden jaar hebben wij over dit onderwerp
reeds vragen gesteld. Er waren toen enkele aanlei
dingen op grond waarvan men tot verplaatsing over
ging. In onze vragen, waarnaar ik in dit verband
verwijs, heb ik uitvoerig aangegeven om welke re
denen onzes inziens de herdenking op de Grote
Markt dient plaats te vinden. De herdenking van
de bevrijding en de gevallenen heeft niet alleen
betrekking op de gevallenen tijdens de Tweede We
reldoorlog. Het zijn ook wel de gevallenen tijdens
de Tweede Wereldoorlog die worden herdacht en
dat zal de meeste mensen aanspreken maar daar
naast herdenken we de gevallenen tijdens alle be
vrijdingsoorlogen vóór en na de Tweede Wereldoor
log. Ik zuig dit niet uit mijn duim; ik verwijs
naar het beeld Judith, dat voor bevrijding uit
onderdrukking in het algemeen staat. Vanmiddag heb
ik nog even de moeite genomen de teksten die on
deraan het beeld Judith staan, op te schrijven,