71
24 JANUARI 1980
is. Hij is het er wel mee eens dat de onderhouds
werkzaamheden worden uitgevoerd, maar hij vindt
eigenlijk dat een ander dat moet betalen.
De heer DE BROUWER: Ik vind niet dat een an
der het moet betalen. Ik vind dat de eigenares van
het gebouw het moet betalen.
Wethouder SANDBERG: Ik zou ook wel graag wil
len dat een ander het betaaldemaar het gebouw
is in het bezit van de gemeente Breda en die moet
de kosten dus ook opbrengen. Dat gebeurt nu: het
geld komt uit het culturele budget en gaat naar
het stedelijk museum toe.
De heer VAN ASSELDONK: De heer Sandberg zegt
het goed: het gaat om een subsidie die in de cul
tuursector zou moeten worden besteed, maar die
het college nu aan een gebouw wil besteden. Hoewel
wij het daarmee, zoals ik zojuist heb gezegd, wel
eens zijn, willen we er geen onduidelijkheid over
laten bestaan.
Wethouder SANDBERG: Ik denk dat hier een
groot misverstand....
De heer VAN ASSELDONK: U zoudt namelijk door
middel van de jaarlijkse huur....
De VOORZITTER: Mag de heer Sandberg nu eerst
uitspreken?
Wethouder SANDBERG: Ik denk dat 60% van de
uitgaven in de culturele sector puur verband houdt
met accommodatievraagstukken en de instandhouding
van gebouwen. Je kunt wel zeggen dat je dat ge
deelte van het budget eigenlijk liever louter en
alleen aan culturele uitgaven zou hebben besteed,
maar dat is hier gewoon niet im Frage. Cultuur
begint met de accommodatie waarin je de activiteit-
ten moet onderbrengen, en de lasten daarvan zijn
onverbrekelijk verbonden met het culturele budget.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
conform het voorstel van burgemeester en