20 MAART 1980
723
heeft inmiddels zelf besloten de herdenking in het
Wilhelminapark te doen plaatsvinden. Dit is een
initiatief van het comité zelf geweest; men heeft
op een aantal punten de medewerking van het colle
ge van burgemeester en wethouders gevraagd. Ik ho
noreer de toezegging die over het voeren van een
gesprek is gedaan, waarbij ik erop wijs dat het
comité zelf het initiatief heeft genomen en het
aan de hand van ervaringen van een aantal jaren
geleden op deze wijze uitgevoerd wenst te zien.
Een en ander zal in ieder geval moeten worden be
sproken en op de uitvoering ervan kan ik niet
vooruitlopen.
Wij hopen dat er een feest voor mensen in
Breda tot stand zal komen en wij hebben het subsi-
dievoorstel ook duidelijk in die richting bedoeld.
De viering van Koninginnedagde viering van 5 mei
en de herdenking van 4 mei liggen dicht bij elkaar.
Er is steeds sprake van nationale gebeurtenissen en
er was voor ons dan ook voldoende aanleiding om de
subsidiëring van deze gebeurtenissen in één voor
stel te verwerken. Inderdaad is in de commissie
algemene zaken opgemerkt dat er een scheiding zou
kunnen worden aangebracht, wat in theorie natuur
lijk ook mogelijk is. Overigens heeft die zelfde
commissie zich met een voorstel verenigd waarin
het gehele bedrag van 20.000,in één keer aan
de orde was.
De heer OOMEN: Aan het adres van de heer Gar-
ritsen wijs ik erop dat in onze fractie, zoals hij
waarschijnlijk wel weet, niet iedereen over het
koningschap en de monarchie hetzelfde denkt. Mede
om die reden ben ik er niet op ingegaan. Een nog
belangrijker reden waarom ik op dat punt geen op
merkingen heb gemaakt, is dat wij ons meer verbon
den voelen met de bevrijdingsbewegingen en hun
slachtoffers. Ik heb daarom geprobeerd in sobere
bewoordingen over dat belangrijkste aspect te
spreken
De heer Taks wijs ik erop dat in Amsterdam de