724
20 MAART 1980
opzet van de herdenking van de gevallenen reeds
op een bredere basis geschoeid is. Daaraan ontle
nen wij ook een deel van de redenen.
De voorzitter dank ik voor zijn toezegging.
Ik hoop dat het gesprek dat hij met het comité
zal voeren, een gunstig gevolg zal hebben. Mocht
het dit jaar niet meer gelukken, dan kan er in
ieder geval voor het volgend jaar nog eens over
worden gesproken. Daaraan wil ik, zo dat nodig
mocht zijn, graag mijn medewerking verlenen.
De heer GARRITSEN: De reacties hebben mij
nogal verbaasd. De opvattingen die ik onder woor
den heb gebracht, liggen in een links-socialisti
sche club gewoon heel duidelijk. Er is niets
nieuws aan de orde: de discussies binnen de bewe
ging maken duidelijk dat dit ons standpunt is. De
heer Oomen heeft gezegd dat sommige leden van zijn
fractie er mogelijk óók iets anders over denken.
Ik ga niet in op de vraag, welke leden dat zijn,
want dat interesseert mij niet. Het gaat mij om
het officiële partijstandpunt: De Partij van de
Arbeid wil de monarchie op dit ogenblik niet in
discussie hebben, maar in het officiële beginsel
programma wordt gekozen voor een ander systeem.
Die discussie gaat men uit de weg, terwijl zelfs
de J.O.V.D. de liberale jongeren bereid is
hierover een discussie aan te gaan. Het is een
uiting van overdreven koudwatervrees als men de
discussie niet durft aan te gaan.
De heer TAKS: Het is de toon die de muziek
maakt! Daar heeft de heer Garritsen kennelijk geen
kaas van gegeten.
De heer GARRITSEN: U had het over de noodza
kelijke soepelheid. Het gaat mij erom dat een in
stituut als de monarchie in beginsel volstrekt on
democratisch is. In het verleden werd de vervul
ling van allerlei functies geregeld bij erfopvol
ging en dat is nu voor praktisch alle functies af
geschaft, behalve één. Ik vind dat er sprake is