726 20 MAART 1980 Het geeft geen pas nu al, vooruitlopend daarop, gelden te voteren. De heer GARRITSEN: Ik kan mij daarbij volle dig aansluiten. Wethouder VAN DUN: Op het gebied van het kort parkeren is mijns inziens niemand het oneens met het plaatsen van deze parkeermeters en de drie parkeerautomaten. Dat hiertegen geen bezwaar be staat, is in het verleden gebleken. De levertijden zijn lang en het lijkt mij dan ook goed dit aspect uit de totale besluitvorming ten aanzien van het parkeergebeuren los te maken. We moeten ervoor zorgen dat de binnenstad op tijd is "bemeterd". De heer DE BROUWER: De wethouder refereert aan eerdere besluiten en aan volledige overeen stemming in de gemeenteraad over het parkeergebeu ren. Hij heeft althans woorden van een dergelijke strekking gebezigd, maar waar hij dit vandaan haalt, is mij onbekend. Wat de levertijden betreft het is meer dan eens voorgekomen dat, vooruitlo pend op door de raad te nemen besluiten, materiaal werd aangekocht of opdrachten werden gegeven. Voor dit argument ben ik dan ook niet gevoelig. Wethouder VAN DUN: Wat de heer De Brouwer in zijn laatste opmerking signaleert, willen we nu juist vermijden en als zodanig kan hij er geen be zwaar tegen maken. Naar aanleiding van zijn eerste opmerking verwij s ik hem naar de door de raad goedgekeurde parkeernota. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman-Boelen en de heren De Brouwer en Garritsen geacht willen worden te hebben tegengestemd. 30. bijlage nr. 120. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEP VAN DE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 726