20 MAART 1980 727 HEER C. HAGENAARS TEGEN DE WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING. (D) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik stel u voor nu ongeveer twintig minuten te pauzeren. Vervolgens zullen we de moties, vermeld bij agendapunt 31, in behande ling nemen. Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. 31. BEHANDELING VAN DE MOTIES, DIE ZIJN INGEDIEND BIJ DE DEBATTEN OVER DE BEGROTING 1980, RESP. DE MEERJARENBEGROTING 1980-1983. De VOORZITTER: Nadat deze moties reeds eerder ter kennis van het college waren gebracht, zijn zij in de raadsvergadering van 14 februari j.l. ingediend en van een toelichting voorzien. Dit houdt in dat u nu eerst een reactie van het colle ge op de zestien moties mag horen. Wij hebben ons daarover uiteraard beraden en het is bedoeling dat we nu allereerst mededelen wat de opvatting van het college over de moties is. Daarbij zullen ach tereenvolgens de diverse portefeuilles aan de orde komen In dit verband verwijs ik naar een brief van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart j.l., waarin een zekere voorkeur wordt uit gesproken voor het niet-behandelen van bepaalde moties met financiële consequenties. Bij de be spreking van de afzonderlijke moties zal daaraan nog worden gerefereerd, maar ik wijs er alvast op, opdat u er bij de verdere behandeling en de verde re toelichting van de zijde van het college reke ning mee kunt houden. Ik zie dat de heer Garritsen iets over de or de wenst te zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 727