728
20 MAART 1980
De heer GARRITSEN: Het gaat mij om het vol
gende. Tijdens de begrotingsbehandeling is één
fractie om bekende redenen weggebleven. Op dit
ogenblik zijn de moties aan de orde die naar mijn
mening onlosmakelijk met de begrotingsbehandeling
verbonden zijn. Aangezien de raad unaniem heeft
uitgesproken de afwezigheid van de betrokken raads
leden te betreuren, zou naar mijn mening de D'66-
fractie in de gelegenheid moeten worden gesteld
aan de raad kenbaar te maken, waarom zij aan dit
deel van de begrotingsbehandeling wèl deelneemt.
Ik vind dat de raad daar recht op heeft en ik neem
aan dat mijn voorstel door de andere fracties wordt
ondersteund. Het hoeft geen officieel voorstel van
orde te zijn: ik wil alleen graag dat de D'66-
fractie de gelegenheid krijgt om haar aanwezigheid
te verklaren.
De VOORZITTER: Ik heb geen reden om iets der
gelijks te vragen.
De heer TAKS: Het was mijn bedoeling namens
de V.V.D.-fractie enkele algemene opmerkingen te
maken die op alle moties betrekking hebben. Mijn
opmerkingen hebben het karakter van opmerkingen
over de orde. Als u, mijnheer de voorzitter, er de
voorkeur aan geeft dat ik wacht totdat het college
zijn standpunt over de moties heeft gegeven, is
dat wat mij betreft uitstekend, maar ik denk dat
het beter is dat ik mijn opmerkingen vooraf maak:
zij betreffen namelijk meer de orde dan de inhoud
van de moties.
De VOORZITTER: Het lijkt mij inderdaad ver
standig dat u die opmerkingen nu maaktopdat wij
er nu ook kennis van kunnen nemen. Het laat zich
overigens nog niet voorspellen wanneer er op uw
opmerkingen zou moeten worden gereageerd. In ieder
geval wil ik direct nadat u bent uitgesproken de
afzonderlijke moties van de zijde van het college
laten toelichten.
De heer TAKS: Bij de behandeling van de