732 20 MAART 1980 het dan ook zo fout dat een minister van binnen landse zaken aankondigt dat er sterk moet worden bezuinigd op een lopende begroting die inmiddels ook al heel ver in procedure is geweest en in de raad is goedgekeurd? Die houding van de minister maakt de slagvaardigheid van een gemeentebestuur natuurlijk ook niet sterker. De heer TAKS: Als de heer Van de Steenoven bedoelt dat zo'n beleidswijziging in de loop van het jaar de lagere overheden voor grote moeilijk heden stelt, dan heeft hij inderdaad wel gelijk. Daarmee geef ik uiteraard geen oordeel over de beleidsombuigingen als zodanig, maar deze stellen inderdaad de lagere overheden voor zeer grote problemen, wat op zich te betreuren valt. De VOORZITTER: Dames en heren. Na deze inter venties van twee zijden zou ik op dit ogenblik willen overgaan tot de behandeling van de moties. Ik hoop dat u de reactie van het college op de moties zult willen aanhoren, maar ik zie dat me vrouw Saelman eerst nog het woord verlangt. Mevrouw SAELMAN-BOELENDe heer Garritsen heeft aan het adres van D'66 een vraag gesteld. Wij zijn niet zo geïmponeerd door de vraag uit die hoek, omdat genuanceerd denken de heer Garrit sen niet erg eigen is, maar ik wil wèl aan de an dere raadsleden vragen of zij er behoefte aan hebben dat wij een verklaring afleggen. De VOORZITTER: Ik hoor die reactie nog niet. De heer CRUL: Wij hebben daar wel behoefte aan, wij zouden het wel op prijs stellen. De VOORZITTER: Zouden we nu niet toch mogen afspreken dat het college voor zover mogelijk eerst op de moties reageert? Natuurlijk kent die reactie van het college haar beperkingen, ook in verband met de opmerkingen die van verschillende kanten en in het bijzonder van de kant van de heer Taks zijn gemaakt. Als de raad nu eerst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 732