736
20 MAART 1980
constatering die wel klopt. Het college heeft ge
sprekken op gang gebracht om in overleg met De
Pluu, het jeugd- en jongerencentrum en andere in
stellingen tot een beleidsplan voor gedecentrali
seerd jeugd- en jongerenwerk te komen. Dit is in
de commissie besproken en wordt nu nog eens in de
motie vastgelegd. Voorts is afgesproken dat het
bedrag dat in de begroting 1981 voor De Pluu wordt
uitgetrokken, afhankelijk is van wat er allemaal
gebeurt. Dit is de lijn die het college heeft be
paald en die ook in de commissie duidelijk is ge
worden; in de motie wordt deze lijn onderschreven.
Al met al is de motie een bevestiging van een be
leid dat al lang wordt gevoerd. Op zijn minst de
allergrootste meerderheid van het college acht het
wat dat betreft dan ook geen bezwaar dat de motie
wordt aangenomen.
Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Met motie nr. 15
(etnische minderheidsgroepen) kan het college una
niem akkoord gaan. Wij willen de motie overnemen
en uitvoeren, maar ten aanzien van de uitvoering
geldt de financiële "mits" die ook voor andere
moties van toepassing is. Mocht de motie op korte
termijn tot financiële consequenties leiden, dan
zal er moeten worden gewacht totdat een definitief
standpunt over de bezuinigingen is bepaald.
De VOORZITTER: De heer Broeders zal tenslotte
ingaan op motie nr. 16 (knelpuntengeld)
Wethouder BROEDERS: Het college heeft uit
voerig over deze motie gesproken. Wij gaan niet
in op de formulering en op alle onderdelen van de
motie, maar wij nemen aan dat er informatie wordt
gevraagd met betrekking tot doel en intentie en
dat men nadere gegevens over het knelpuntengeld
wenst te ontvangen. Uitgaande van deze interpre
tatie kan het college met de motie akkoord gaan.
De heer GARRITSEN: Vóór de schorsing wil ik
nog mededelen dat, zoals al kenbaar is gemaakt,
van mijn kant een motie zal worden toegevoegd die