20 MAART 1980 743 zeer erkentelijk voor hetgeen u in antwoord op mijn opmerkingen over het "parkeren" van moties hebt gezegd. Het college handhaaft naar ik begrijp zijn voorstel tot het "dubbel parkeren" van de mo ties nr, 5, nr. 6 en nr. 7. De V.V.D.-fractie is op dit punt niet overtuigd: wij handhaven ons standpunt en zouden graag zien dat over het voor stel hoofdelijk werd gestemd. De heer Garritsen heeft een ordevoorstel ge daan waarvan ik nog niet weet of het voldoende wordt ondersteund, maar voor het geval dat het or devoorstel inderdaad voldoende steun krijgt, wil ik alvast ons standpunt kenbaar maken. Wij zijn van opvatting dat de mededeling van het college van 14 maart j.l. nu niet aan de orde moet komen, omdat dat volstrekt voorbarig zou zijn. In het des betreffende stuk wordt aangekondigd dat overleg zal worden gepleegd, binnen het college, met de ambtelijke functies en met de commissie financiën. Wij willen het resultaat van het overleg en het beraad afwachten om verantwoord over deze kwestie te kunnen beslissen. Nu een debat forceren lijkt ons meer ingegeven te zijn door politieke motieven dan door het belang van de zaak. Daaraan werken we niet mee. De heer CRUL: De discussie verloopt een beetje eigenaardig. Wij hebben in de fractie besprekingen gevoerd en natuurlijk is bij de behandeling van de moties de brief van 14 maart aan de orde geweest. Wie de laatste zin van die brief leest, ontkomt daar ook niet aan: het college nodigt daarin immers de fracties uit de brief bij de besprekingen in de fracties te betrekken. Burgemeester en wethouders noemen de brief een "referentiekader", maar ja: wat is in een naam? Wij hebben de inhoud van de brief uitdrukkelijk bij de behandeling van de mo ties in onze fractie betrokken, zij het niet uit puttend, omdat dat bij zo'n omvangrijke zaak niet mogelijk is, maar we hebben de brief in ieder ge val laten meetellen. We zijn ook nog in De Vlieren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 743