744
20 MAART 1980
geweest, op een bijeenkomst in verband met de
kwestie van de herinrichtingspremie, waarvoor de
fractieswaren uitgenodigd. Het was daar moeilijk
aan de aanwezigen uit te leggen wat we in de raad
nu eigenlijk allemaal aan het doen zijn. Men kon
zich best voorstellen dat er, in verband met de
bijzondere omstandigheden waaronder de begrotings
behandeling had plaatsgevonden, enige problemen
waren geweest, maar men was daarnaast van mening
dat dit soort onderwerpen niet zo lang kunnen
blijven liggen als nu dreigt te gaan gebeuren.
In deze discussie zijn twee vragen aan de or
de. Ten eerste heeft de heer Taks de vraag opge
worpen, of de raad vanavond alle moties zal behan
delen of dat hij zich zal beperken tot de niet-
financiële moties. Daarnaast gaat het om de kwes
tie die in de motie van de heer Garritsen verbor
gen ligt en die ook tot uiting komt in zijn voor
stel om nu de brief van 14 maart aan de orde te
stellen. Wij willen dat de motie aan de orde komt
en omdat het één onverbrekelijk met het ander ver
bonden is, vinden we het eigenlijk niet nodig dat
er een ordevoorstel tot behandeling van de brief
komt. Als een ordevoorstel echter toch nodig blijkt
te zijn, krijgt het onze ondersteuning.
Over het "parkeren" van moties nog het vol
gende. Zojuist heb ik al gezegd dat wij daarover
in de fractie uitvoerig hebben gesproken. Wat de
heer Taks op pragmatisch-juridische wijze heeft
gezegd, voelen wij ook wel enigszins aan. Ook wij
zien in dat een zo "uitgetrokken" begrotingsbehan
deling geen goed doet aan de onderwerpen waarmee
de raad zich bezighoudt. Aan de andere kant is na
tuurlijk de brief van groot belang voor het nader
uitwerken van de begroting 1980. Ook dat voelen
wij wel aan en na nogal wat gepraat in de fractie
zijn we het erover eens dat we er niet aan kunnen
ontkomen bepaalde moties te "parkeren" wanneer er
financiële aspecten aan verbonden zijn. In dit op
zicht voelen we ons een beetje met de rug tegen
de muur staan, zeker ten aanzien van de kwestie